VOORWOORD
Dit jaar is het vijftig jaar geleden dat de Stichting Huisvesting Werkende Jongeren (SHWJ) werd opgericht. In die vijftig jaar hebben wij altijd vooruitgekeken. Er was nog zoveel te doen, er waren nog zoveel jongeren op zoek naar een woning. Maar nu grijpen wij de gelegenheid aan om ook eens terug te kijken. Het is prachtig om te zien met hoeveel bevlogenheid en inzet de stichting is opgericht en hoe idealistisch die beginjaren waren. Door maatschappelijke ontwikkelingen raakte dat gevoel van toen weleens ondergesneeuwd, maar steeds keren we ernaar terug. Waar het om draait, is dat je er voor elkaar bent.
Dat geldt voor ons als stichting: wij zijn er voor de werkende jongeren. Maar zij moeten het ook samen doen. We hebben een gezamenlijke wens om een fijne woonruimte te vinden waar je als jongere een zelfstandig leven kunt opbouwen. Dat doe je in een omgeving met andere jongeren in een soortgelijke situatie, in dezelfde levensfase, met voor een deel dezelfde verwachtingen van de toekomst. Je loopt tegen dezelfde dingen aan. Dan is het fijn als je steun hebt aan elkaar. Het mooie van terugblikken is dat je ziet hoeveel je bereikt hebt. In de afgelopen vijftig jaar hebben wij ongeveer tienduizend werkende jongeren een thuis kunnen bieden. Daar hebben we hard voor moeten werken, want er waren heel wat hobbels op de weg. En we kunnen niet op onze lauweren rusten. De woningnood is niet opgelost. De vraag om huisvesting voor werkende jongeren is nog even groot als in de jaren zeventig. Dat heeft wel een andere oorzaak. Toen was de maatschappij er nog niet op ingericht: het was gebruikelijk dat je bij je ouders bleef wonen tot je ging trouwen, en zelfs daarna nog wel. Er waren geen geschikte woningen voor de jongeren die in de jaren zeventig massaal wilden uitzwermen. Nu is de samenleving er wel op ingesteld, maar is er nog steeds onvoldoende betaalbare woonruimte voor jongeren. Omdat de spaarrente op dit moment naar 0 procent is gedaald, is de vastgoedsector een van de weinige die nog renderen. Iedereen die geld met geld wil maken, zonder zich in te zetten voor de maatschappij, duikt op de vastgoedmarkt. De SHWJ moet concurreren met particuliere huisjesmelkers en met harde investeerders die alleen gaan voor eigen gewin en rendement, en niet voor betaalbare woningen en een bijdrage aan het geluk in de maatschappij. De komende vijftig jaar staan wij dan ook weer voor een fantastische uitdaging. Mijn handen jeuken!
Arie Feij
Directeur Stichting Huisvesting Werkende Jongeren 14 april 2020